Aan de kist bij Kefah onthult Janine Abbring dat zij nerveuzer is wanneer ze geïnterviewd wordt dan wanneer zij zelf de vragen stelt. Ze heeft haar eigen manieren om haar faalangst te bezweren, haar nieuwsgierigheid te volgen en haar dromen na te jagen, zoals de aanschaf van een huisje in het bos. De dementie van haar moeder leidde tot een langzaam afscheidsproces met sporadische heldere momenten, die Janine koestert. Zelf leerde Janine dat hulp vragen ook een geschenk is voor de ander. Een les die ze meeneemt uit een moeilijke revalidatieperiode. (2024)